Glasvezel Dikte: Doorsnede van Kabels & Toepassingen

Van kern tot mantel: hoe is een glasvezelkabel opgebouwd?

 

Glasvezel is een essentieel onderdeel van moderne communicatienetwerken, zowel voor zakelijke omgevingen als voor infrastructuur in woningen. Met de toenemende eisen aan bandbreedte en betrouwbaarheid van netwerken is het belangrijk inzicht te hebben in hoe glasvezel is opgebouwd, welke varianten er zijn en waarom de fysieke eigenschappen – met name de dikte – van de kabels een rol spelen in installatie, duurzaamheid en compatibiliteit.

 

In dit uitgebreide artikel analyseren we de technische opbouw, toepassingen, installatienormen, buigradius en materiaaleigenschappen van glasvezelkabels in een zakelijke en professionele context.

 


Wat bepaalt de dikte van een glasvezelkabel?


 

De dikte van een glasvezelkabel is het resultaat van een gelaagde structuur waarin elk onderdeel een specifieke functie vervult. De belangrijkste componenten zijn:

 

▪️Kern (core): 8–62,5 µm

▪️Cladding: 125 µm

▪️Coating: 250–900 µm

▪️Buffer: 0,9–1,0 mm

▪️Buitenmantel: 1,6–12 mm of meer

 

De combinatie van deze lagen bepaalt de uiteindelijke dikte en mechanische sterkte. In professionele toepassingen – zoals datacenters, technische ruimten en industriële installaties – spelen de dikte en materiaalsamenstelling een grote rol bij installatie, buigbeheer en compatibiliteit met connectoren en patchpanelen.

 


Opbouw van een vezel: core, cladding en coating


 

De core van een glasvezel is het kanaal waarin lichtsignalen zich voortbewegen. Deze is bij singlemode vezels ongeveer 9 µm en bij multimode tussen 50 en 62,5 µm. De cladding – met een constante dikte van 125 µm – omgeeft de kern en zorgt door middel van interne reflectie dat licht in de kern blijft.

 

De coating (250 µm bij standaardvezels) beschermt de optische structuur tegen vocht en beschadigingen. Bij tight-buffered vezels loopt deze op tot 900 µm, waardoor de vezel robuuster is en eenvoudiger te verwerken bij indoor installaties.

 


Doorsnede glasvezelkabel met core, cladding, coating, buffer en buitenmantelDoorsnede glasvezelkabel met core, cladding, coating, buffer en buitenmantel
Schematische doorsnede toont hoe kern, cladding, coating en mantel samen de kabeldikte en mechanische sterkte bepalen.

Buffer en buitenmantel: structurele bescherming


 

De bufferlaag absorbeert mechanische stress en maakt bundeling mogelijk van meerdere vezels. Dit is vooral relevant bij multi-fiber cables zoals 12-vezel of 24-vezel indoortrunks. De buitenmantel beschermt tegen slijtage, chemische invloeden en fysieke impact. In zakelijke toepassingen is dit vaak LSZH (Low Smoke Zero Halogen), polyurethaan of polyetheen. Armored kabels hebben een extra metalen laag (meestal RVS of staal) om bescherming te bieden bij directe grondinstallatie of in ruwe industriële omgevingen.

 


Waarom verschillen glasvezelkabels in dikte?


 

De variatie in dikte is afhankelijk van:

 

▪️Aantal vezels per kabel (singlefiber, ribbon, loose tube)

▪️Toepassing: indoor, outdoor, direct burial, FTTH, backbone

▪️Type mantel en buffer: LSZH, PE, PVC, RVS ommanteling

▪️Beveiliging tegen storingsbronnen: EMC, vocht, mechanische stress

▪️Installatieomgeving: kabelgoten, trays, leidingwerk, wanddoorvoer

 

Tabel: Vergelijking glasvezeltypes en doorsnede

 

 Type glasvezel

Kern (µm)

Cladding (µm)

Coating (µm)

Mantel (mm)

Toepassing

 Singlemode (OS2)

8–9

125

250–900

2–3 (patch), 5–7

Backbone, FTTH, lange afstand

 Multimode (OM3/OM4/OM5)

50

125

250–900

2–5

Binnenbekabeling, datacenters

 Tight-buffered indoor

8–50

125

900

2–3

Wandbekabeling, kastinstallaties

 Armored outdoor

8–9

125

250

7–12

Buiteninstallaties, industriële zones

 Ribbon kabels (12+)

8–9

125

250

>10 mm

Backbone en FTTB toepassingen

 

 


Buigradius en mechanische toleranties 


 

De minimale buigradius is een cruciaal installatiecriterium, maar het is slechts één aspect van het kabelontwerp. Een buigradius van 10x de kabeldiameter is gangbaar, maar bij high-flex-varianten (bijv. G.657.A2 vezels) kan dit gereduceerd worden tot 7,5x of minder. Dit maakt zulke kabels geschikt voor krappe ruimtes zoals inwall-doorgangen en compacte ODF-kasten. De materiaalkeuze van de mantel bepaalt in sterke mate de buigprestaties.

 


Kabelroute met radiusbeugels en markering “min. buigradius = 10× diameter”Kabelroute met radiusbeugels en markering “min. buigradius = 10× diameter”
Respecteer de minimale buigradius; high-flex varianten (G.657.A2) laten een kleinere radius toe.

Internationale normen en specificaties


 

Verschillende standaarden bepalen de afmetingen, prestaties en toepassingsgebieden van glasvezel:

 

▪️ITU-T G.652 / G.657 – Singlemode vezeltypes (bend-insensitive).

▪️ISO/IEC 11801 – Generieke bekabeling voor kantoorgebouwen.

▪️EN 50173 – Europese bekabelingsstandaard.

▪️ANSI/TIA-568 – Amerikaanse bekabelingsspecificaties.

▪️IEC 60794 – Testmethodes en constructie glasvezelkabels.

 


Sectorgerichte toepassingen van kabeldikte


 

Datacenters:

 

▪️Multimode OM4/OM5 zipcords met manteldiktes van 2–3 mm voor 10G/40G backbone.

▪️Hoge-dichtheidspatching vereist small form factor (SFF) zoals LC met 1,6 mm kabeldiameter.

 

Telecom-backbones:

 

▪️OS2 singlemode vezels met loose-tube structuur, manteldikte >10 mm.

▪️Meerdere vezels per kabel (tot 288), vaak armored of met gelvulling.

 

Bouw en infra:

 

▪️Robuuste FTTH-dropkabels voor inpandige en buiteninvoer.

▪️Mechanisch belastbare LSZH-kabels met 5–7 mm buitendiameter.

 

Industriële netwerken:

 

▪️Armored kabels met stalen bepantsering voor installatie in fabrieksomgevingen.

▪️Breed temperatuurbereik (–40 tot +70 °C) en chemische resistentie.

 


Armored glasvezelkabel met stalen bepantsering en HDPE-mantelArmored glasvezelkabel met stalen bepantsering en HDPE-mantel
Een extra metalen laag vergroot de diameter maar beschermt tegen druk, knaagdieren en grondwerken.

Connectorcompatibiliteit en tolerantie


 

Connectoren vereisen precieze uitlijning van vezels. De ferrule is bepalend:

 

▪️SC: 2,5 mm ferrule, populair in ODF's en FTTH.

▪️LC: 1,25 mm ferrule, gebruikt bij hoge densiteit.

▪️E2000/MU: Specifiek voor nichetoepassingen.

 

Let bij kabelselectie op:

 

▪️Diameter tolerantie (±0,1 mm of ±0,2 mm).

▪️Type polijsting (APC vs UPC).

▪️Maatvoering jacket en crimp-elementen.

 


Installatiepraktijken voor dikkere kabels


 

Bij kabels >5 mm is de routing een aandachtspunt:

 

▪️Gebruik kabelgoten van voldoende breedte (richtlijn: 40% vulling).

▪️Minimale buigradius respecteren, met radiusbeugels.

▪️Gebruik kabelbinders zonder scherpe randen (velcro aanbevolen).

▪️Bij ODF-kasten: gebruik radiusmanagementringen voor inkomende kabels.

 

Lifecycle management en inspectie.

 

Dikkere kabels worden vaak gebruikt in omgevingen waar inspectie en onderhoud cruciaal zijn. Lifecycle factoren:

 

▪️Periodieke visuele inspectie (buitenkabels, armored).

▪️OTDR-testen op signalenverlies of microbending.

▪️Vervangingsinterval afhankelijk van omgeving (UV, vocht, knaagdieren).

▪️Documentatie per segment (bijv. 'rack-to-rack', 'node-to-core').

 


Conclusie


 

Glasvezelkabeldikte is veel meer dan een fysieke afmeting. Het is een directe afgeleide van technische eisen zoals aantal vezels, installatielocatie, gewenste flexibiliteit, en mechanische bescherming. In zakelijke netwerken – van datacenters tot industriële omgevingen – is kennis over doorsnede glasvezelkabel cruciaal voor betrouwbare installatie en lange termijn prestaties.

 

Met een goed begrip van vezelopbouw, manteltypes, connectorcompatibiliteit en installatieregels ben je in staat om de juiste kabel te kiezen voor elke toepassing. Dikte is hierin niet slechts een randvoorwaarde, maar een leidende ontwerpbeslissing.

 


Meer weten of bestellen?


 

Op zoek naar de optimale glasvezelkabel voor jouw zakelijke project? 
Grayle levert standaard een compleet assortiment OM3, OM4 en OS2 glasvezeloplossingen, inclusief patchkabels en haspels voor binnen en buiten.

 

Let op: armored uitvoeringen en 12-vezel breakout of outdoor specials zijn geen standaardproducten, maar op aanvraag beschikbaar. We adviseren je graag over het beste alternatief uit voorraad (bijv. OM3/OM4/OS2-patchkabels of haspels) of we regelen een maatwerkconfiguratie wanneer je toepassing daarom vraagt.

 

Wil je direct advies over glasvezel kabel dikte, doorsnede glasvezelkabel, singlemode OS2 of multimode OM3/OM4 in jouw omgeving? Neem contact op met ons team van experts — we helpen je één-op-één met selectie, installatie en compatibiliteit met SC/APC, SC/UPC en LC connectoren, ODF-opbouw en OTDR-validatie.

 

Meer weten over glasvezeloplossingen? Bezoek onze kennisbank!

 


Veelgestelde vragen (FAQ)

Wat is het verschil in dikte tussen OS2 en OM4 kabels?

De vezeldiameter is gelijk (125 µm cladding), maar OM4-kabels hebben vaak dikkere mantels voor kleurcodering en markering.

Kan ik indoor patchkabels gebruiken voor outdoor toepassingen?

Nee. Indoor kabels missen UV-bestendigheid, waterafstotende mantels en mechanische versterking. Gebruik voor buiten altijd kabels met HDPE-mantel en vochtwerende vulling.

Zijn dikkere kabels moeilijker te hanteren?

Ja. Ze vereisen een grotere buigradius, robuustere kabelgoten en connectorbehuizingen met extra ruimte. Bij montage moet rekening worden gehouden met de minimale radius.

Waarom zijn armored kabels zo dik?

Vanwege de extra stalen of aluminium beschermlaag die dient als pantser tegen fysieke schade, knaagdieren en zware belasting in industriële omgevingen.

Hoe herken ik de juiste buigradius?

Deze staat vermeld in de datasheet van de kabel. Bijvoorbeeld: minimum bend radius: 30 mm (static), 60 mm (dynamic). Overschrijding veroorzaakt microbending en verhoogde demping.

Zijn alle SC-connectoren geschikt voor elke kabeldikte?

Nee. De krimphuls en ferrule moeten overeenkomen met de buitenmanteldiameter van de kabel. Veelvoorkomende jacketdiameters zijn 1,6 mm, 2,0 mm en 3,0 mm.

Wanneer kies ik een 900 µm coatingvezel?

Voor indoorinstallaties met tight-buffered vezels, die direct in connectoren geplaatst kunnen worden zonder fan-out-kit. Ideaal voor FTU’s en patchkasten.

Wat is het verschil tussen jacket en sheath?

De jacket is de buitenste laag die de vezels beschermt tegen slijtage. De sheath kan meerdere lagen omvatten, zoals trekontlasting en vochtbarrières.

Kan een dikkere kabel meer data versturen?

Niet per se. De datacapaciteit hangt af van het type vezel (singlemode of multimode) en de optische kwaliteit, niet van de dikte van de mantel.

Wat gebeurt er bij buigen buiten specificatie?

Er kan microbending optreden, wat leidt tot lichtverstrooiing en signaalverlies. Herhaaldelijke overbelasting kan blijvende schade of breuken veroorzaken.


Delen
x