5 veelgemaakte fouten bij het installeren van patchkasten

Het installeren van een patchkast lijkt misschien een technische handeling die je snel kunt afvinken. Maar juist bij deze eerste stap wordt vaak de basis gelegd voor een netwerk dat óf soepel draait, óf vol beperkingen zit. Veel installateurs en IT-beheerders maken — bewust of onbewust — fouten die later leiden tot oververhitting, kabelchaos, onvoldoende uitbreidingsruimte of lastige service.

In dit artikel bespreken we de vijf grootste fouten bij het installeren van patchkasten. We laten ook zien hoe je deze fouten eenvoudig kunt voorkomen met slimme keuzes en goede planning.

Een van de meest voorkomende fouten: alles past net… maar dan moeten de kabels nog worden aangesloten. Als er te weinig ruimte is aan de achterzijde of zijkant van je apparatuur, ontstaan er knikken, kabelspanning of slecht toegankelijke aansluitingen.

Problemen:

▪️Moeilijke toegang voor onderhoud.

▪️Knikken in UTP- of glasvezelkabels.

▪️Onoverzichtelijke wirwar van verbindingen.

Oplossing:

▪️Kies voor voldoende kastdiepte (minimaal 800 mm bij actieve apparatuur).

▪️Gebruik kabelgoten, beugels en klittenband voor structuur.

▪️Reserveer altijd ruimte voor loze bekabeling of toekomstig gebruik.

Netwerkapparatuur genereert warmte — en zonder goede ventilatie stapelt die zich snel op. Veel installaties hebben een gesloten kast zonder airflowplan, met als gevolg uitval, prestatieproblemen of verkorte levensduur van hardware.

Problemen:

▪️Apparatuur raakt oververhit.

▪️Koeling werkt inefficiënt.

▪️Ventilatoren trekken stof aan door verkeerde luchtstroming.

Oplossing:

▪️Gebruik geperforeerde deuren bij actieve apparatuur.

▪️Plaats ventilatorunits aan de bovenkant voor warmteafvoer.

▪️Gebruik blindpanelen om luchtstroming te geleiden.

▪️Houd ventilatieopeningen vrij van kabels.

In krappe ruimtes wordt vaak vergeten dat een patchkast ook toegankelijk moet blijven na installatie. Een voordeur die niet helemaal opent of een achterdeur die tegen de muur botst, maakt onderhoud moeilijk.

Problemen:

▪️Apparatuur moeilijk bereikbaar.

▪️Tijdrovend onderhoud.

▪️Risico op beschadiging bij het openen/sluiten.

Oplossing:

▪️Kies bij beperkte ruimte voor een splitdeur of kantelbare wandkast.

▪️Let bij wandmontage op links- of rechtsdraaiende deuren.

▪️Laat rondom de kast voldoende vrije werkruimte (voor en achter).

Elke patchkast heeft een maximale belastbaarheid. Door zware UPS-systemen of servers zonder legborden of steunconstructie te monteren, breng je de kaststructuur in gevaar.

Problemen:

▪️Doorzakken van de kast.

▪️Scheve rails of verbogen montagepunten.

▪️Risico op val- of stroomschade.

Oplossing:

▪️Gebruik stabiele legborden voor zware apparatuur.

▪️Controleer de maximale belastbaarheid (bijv. 60 kg voor wandkasten).

▪️Bij zwaardere toepassingen: kies voor een staande patchkast met solide constructie.

Bij installatie wordt vaak alleen gedacht aan de huidige situatie. Maar netwerken groeien — en zonder reserveruimte in je kast ben je al snel opnieuw aan het (ver)bouwen.

Problemen:

▪️Te weinig U-ruimte voor nieuwe apparatuur.

▪️Geen ruimte voor extra bekabeling of PDU’s.

▪️Onnodige extra kosten bij vervanging of uitbreiding 

Oplossing:

▪️Kies altijd een kast met minimaal 20–30% extra U-ruimte.

▪️Zorg dat de diepte geschikt is voor toekomstige componenten.

▪️Gebruik modulaire accessoires zoals patchpanelen of uitschuifbare legborden.

Een foutloos geïnstalleerde patchkast is niet alleen veiliger en efficiënter, maar bespaart ook tijd en kosten op de lange termijn. Door te letten op ventilatie, kabelmanagement, deurtoegang, gewicht en uitbreidingsmogelijkheden, voorkom je dat je netwerk al vóór ingebruikname zijn limieten bereikt.

Grayle biedt een compleet assortiment patchkasten en accessoires — inclusief kantelbare wandkasten, splitdeuren, kabelgoten en legborden — waarmee je deze fouten eenvoudig vermijdt en direct een professionele installatie neerzet.

Wil je zeker weten of een patchkast geschikt is voor jouw situatie? Bekijk hier onze compacte modellen en kies de perfecte oplossing voor jouw netwerk.

1. Hoeveel ruimte moet ik aanhouden voor bekabeling in mijn patchkast?

Minimaal 5–10 cm achter actieve apparatuur, met gescheiden kabelgoten voor koper en glasvezel.

2. Is ventilatie echt nodig in een patchkast?

Ja, vooral bij switches, servers of PoE-apparatuur. Ventilatorunits en geperforeerde deuren zijn aanbevolen.

3. Wat is de maximale belasting van een wandkast?

Meestal rond de 60 kg, afhankelijk van het model. Check altijd de productspecificaties.

4. Kan ik mijn patchkast later nog uitbreiden?

Ja, als je vooraf kiest voor extra U-ruimte en een modulaire kastindeling.

5. Wat doe ik als de deur van mijn kast niet goed open kan?

Overweeg een splitdeur of een kast met omkeerbare draairichting.

6. Zijn legborden noodzakelijk?

Ja, voor niet-rackmount apparatuur en zware componenten zijn legborden essentieel.

7. Wat gebeurt er bij te weinig ventilatie?

Apparatuur kan oververhit raken, wat leidt tot prestatieverlies of schade.

8. Hoeveel groeiruimte moet ik voorzien in mijn kast?

Kies idealiter voor 20–30% extra U-ruimte boven je huidige behoeften.

9. Welke kast is het beste voor toekomstige uitbreidingen?

Een modulaire 42U of 47U patchkast met minimaal 800 mm diepte.

10. Wat is het risico van kabelchaos in de kast?

Verlies van overzicht, moeilijk onderhoud en risico op signaalverstoringen of knikken in kabels.

Wil je de juiste patchkast voor jouw project kiezen? Bekijk ons volledige assortiment aan patchkasten en bestel vandaag nog bij Grayle voor betrouwbare netwerkbekabelingen en uitstekende prestaties. Heb je advies nodig? Neem contact met ons op voor een offerte of deskundig advies.